Terug..


RUIMTELIJK PLAN ROTTERDAM 2010

In september 1999 is het voorontwerp Structuurplan Rotterdam 2010 verschenen.
Een formeel structuurplan heeft onder meer de volgende rechtsgevolgen:


Voor bestemmingsplannen zal het RPR 2010 dus - via toetsing door de provincie - als toetsingskader gelden. Ook voor deelgemeentelijke ontwikkelingsvisies zal het RPR 2010 als formeel kader gelden.
In de gewijzigde WRO (Wet op de Ruimtelijke Ordening) is de beroepsmogelijkheid bij de Raad van State tegen zogenaamde "concrete beleidsbeslissingen" in een gemeentelijk structuurplan vervallen. Hierdoor is de procedure tot vaststelling bekort tot twee in de tijd begrensde hoofdstappen: een periode voor overleg/inspraak en de zienswijzenperiode.

Ruimtelijk plan Rotterdam 2010 : 76.667 bytes

Ruimtelijk structuurbeeld Rotterdam 2010: 77.514 bytes De Blauwe stad  Structuurbeeld 2010+: 121.610 bytes


In het voorontwerp wordt bij het element "de recreatieve stad" in een begeleidende kaart "De Bonnen" ingekleurd als een gebied met bossen en plassen. Tot deze categorie worden de grotere recreatiegebieden aan de rand van de stad gerekend. Ze hebben een meer ontspannen inrichting en worden minder intensief gebruikt dan de parken en de tuinen. De bossen en plassen zijn ingericht voor extensieve vormen van natuurbeleving en recreatie - vaak gebonden aan routes - zoals fietsen, wandelen en de hond uitlaten. De bossen en plassen bieden rust en ruimte voor mensen dier. Ze zijn ingericht volgens ecologische principes en ze zijn goed verankerd in het omliggende ecosysteem en in de structuur van de omliggende wijken. Vaak zijn ze ook schakels in de zogeheten groene wiggen: de groene verbindingen tussen de stad en de omliggende landschappen. Tevens staat bij het element "de blauwe stad" De Lange Bonnen ingekleurd als meer in het kader van een spaarwatersysteem.
Er bestaat echter ook een categorie "landschappen". Deze liggen in de open gebieden van de regio. Hoewel ze grotendeels uit landbouwgebied bestaan, zijn ze ook belangrijk voor extensieve en intensieve vormen van recreatie. Naast landbouw en recreatie hebben de Landschappen ook natuur- en woonfuncties. Ze zijn vaak beperkt toegankelijk.
In 2010 hebben de landschappen meer een eigen gezicht, waarbij hun oorspronkelijke identiteit (de bodem, de verkavelingspatronen, de bebouwing) is geaccentueerd. De ontwikkeling van de landschappen heeft in regionaal verband plaatsgevonden. Hun bereikbaarheid vanuit de stad met het openbaar vervoer en de fiets is sterk verbeterd. Natuurlijk voldoet het gebied "De Bonnen" meer aan de laatstgenoemde omschrijving. Deze doet meer recht aan het karakter van het gebied in relatie tot zijn omgeving, c.q. het dorp Hoek van Holland, het natuurgebied Kapittelduinen en Staalduinen . Er is duidelijk bij de inkleuring teveel vanuit de stad gedacht, terwijl Hoek van Holland als deelgemeente van Rotterdam op 30 kilometer van het stadscentrum ligt. Hierbij erkent men dat er te weinig geld is en onvoldoende visie op het programma.
De stichting "De Bonnen" heeft in zijn reactie op het voorontwerp gesteld te pleiten voor handhaving van de huidige omschrijving in streek- en bestemmingsplan. Dit is dus landschappelijk en natuurwetenschappelijk waardevol agrarisch gebied.
Het antwoord van de gemeente Rotterdam hierop is dat conform het provinciaal beleid zowel de "Korte Bonnen" als de "Lange Bonnen" op lange termijn getransformeerd zullen worden tot gebieden waarin een waterrijk natuurpark dienst doet als noodzakelijke ecologische verbindingszone en als openbaar toegankelijk natuurlijk milieu. Rekening wordt gehouden met de landschappelijke en natuurwetenschappelijke karakteristieken van het gebied. Deze karakteristieken zijn echter tot stand gekomen op basis van de cultuurhistorische vorming en het agrarische karakter van het gebied. Een "waterrijk natuurpark" heeft hiermee niets van doen en is dus strijdig met de huidige waarden van het gebied.
Het moge betrokkenen duidelijk zijn dat de stichting "De Bonnen" bezwaar zal aantekenen tegen deze definiëring in het ontwerp-structuurplan.
Het bestuur van de stichting heeft inmiddels gereageerd. Voor nadere informatie klik op "zienswijze".
Op deze zienswijze kregen wij in het rapport "Concept zienswijzenrapportage Ontwerp RPR 2010" een reactie. Naar aanleiding van dit (lijvige) rapport, waarin alle zienswijzen behandeld worden, heeft de stichting gereageerd middels deze brief.


Terug..