Terug..


Landbouw Effect Rapportage (LER)

Inleiding

Gebrek aan kennis over de landbouw leidt vaak tot onevenwichtige planologische beslissingen. Er bestaat zelfs de indruk dat nog slechts het bedrijven van landbouw mogelijk is op die locaties die men (nog) niet nodig heeft voor transformaties van landbouwgrond in woningbouw, bedrijfsterreinen, infrastructuur, natuur en recreatieterreinen. Dit betekent een enorme onderschatting van het belang van de landbouw.
Om die reden is het belangrijk bij planologische beslissingen het instrument Landbouw Effect Rapportage (de LER) toe te passen.
Een LER zorgt er voor dat de effecten van een functiewijziging of activiteit op het functioneren van de (overblijvende) landbouw in het betreffende gebied op een goede en effectieve wijze in beeld wordt gebracht. Zo krijgen overheid en agrarische sector inzicht in de gevolgen van mogelijke functieveranderingen en kunnen zij van tevoren nadenken en handelen om mogelijke negatieve gevolgen te minimaliseren.
Helaas wordt van dit beleidsinstrument nog onvoldoende gebruik gemaakt.

Wanneer een LER?

Een LER wordt opgesteld wanneer een functiewijziging van het agrarische gebied in het verschiet ligt, waarbij sprake is van een onevenredig nadeel voor de (overblijvende) land- en tuinbouw. Hiervan is sprake wanneer wordt getornd aan het duurzaam economisch functioneren van de agrarische bedrijven in het functiewijzigingsgebied.
Een LER kan ook een rol spelen in de discussie over het al dan niet toelaten van aanvullende activiteiten in het totale agrarische gebied. Denk hierbij aan de introductie van (aanvullende) milieuaspecten, ingrepen binnen het watersysteem, nieuwe functies in het buitengebied, nevenactiviteiten binnen het agrarisch bedrijf of regelgeving op bestemmingsplanniveau.

Opdrachtgever

De overheid waar de planverantwoordelijkheid ligt, behoort op te treden als op als opdrachtgever. Zo ligt bij een bestemmingsplan de verantwoordelijkheid bij de gemeente en bij een streekplan de verantwoordelijkheid bij de provincie.

Afzonderlijk opstellen

Een LER heeft meer waarde wanneer de rapportage afzonderlijk wordt opgesteld en afzonderlijk in de afwegingen omtrent de functiewijziging/activiteit wordt betrokken. Het integreren van de resultaten van een LER met een Milieu Effect Rapportage, een Integraal Effect Rapportage of een Economisch Effect Rapportage zal de boodschap van de LER namelijk minder inzichtelijk maken, waardoor de kracht van de LER aan waarde inboet.

Richtlijnen

Het is belangrijk dat de LER’s uniform in opbouw zijn, zodat de rapportages vergelijkbaar van kwaliteit worden en daardoor zinvol kunnen worden opgesteld ingezet en gebruikt. Er dient in ieder geval te worden gekeken naar de volgende onderzoeksonderdelen:

Nulmeting


Directe effecten


Indirecte effecten


Meest Agrarisch-vriendelijke Alternatief (MAA)

Op basis van de uitkomsten van de nulmeting, de directe en indirecte effecten wordt het meest agrarisch vriendelijke alternatief (MAA) geschetst.
Met het opstellen van het MAA wordt aangegeven op welke wijze een nieuwe functie/activiteit zo kan worden ingepast dat het zo min mogelijk schade toebrengt aan het duurzaam economisch functioneren van het agrarisch productiecomplex. Bij besluitvorming kan het MAA in de afwegingen worden betrokken.


Terug..