Beschrijving en levenscyclus
De levenscyclus van de koolvlieg Delia radicum, ook wel Delia brassica genoemd, kan onderverdeeld worden in vier stadia. De volwassen vliegen lijken in uiterlijk en grootte op de kleinere huisvlieg (ca. 6 mm lang). Na verpopping komen ze uit de aangetaste grond te voorschijn en voeden zich met de nectar van bloemen. Na paring leggen de wijfjes langwerpige, witte eitjes (2 mm lang) op of vlak onder het grondoppervlak nabij de hoofdstengel van de waardplant. Soms wordt een aantal eieren gelegd op andere plantdelen zoals de spruiten bij spruitkool. Afhankelijk van de temperatuur komen de larven na drie tot zeven dagen uit de eieren. De larven (maden) zijn pootloos en wit tot crême van kleur (fig. 2). De maden dringen zowel de plantewortels als het groene weefsel binnen. Als de larven na ca. vier weken volgroeid zijn en een lengte van ongeveer 8 mm bereikt hebben, verlaten ze de plant en kruipen ze enkele centimeters de grond in waarna ze veranderen in roodbruine poppen. Er zijn altijd twee of meer generaties van de vlieg. Gewoonlijk overlappen de generaties elkaar.		(Fig. 1) (Fig. 2)	Klik op foto om te vergroten
Bestrijding
Er is geen resistentie voorhanden. S&G heeft een zaadbehandeling ontwikkeld (CT 56), gebaseerd op het insecticide chloorpyrifos ("Gigant®"), dat werkzaam is tegen vroege aantastingen. Insectengaas geeft een zeer goede bescherming maar is duurder dan het gebruik van insecticiden. Aangietbehandelingen kunnen effectief zijn in trayplanten en in het veld.
Gelijksoortige symptomen
Zie knolvoet, Fusarium-verwelkingsziekte, Rotstruik en Phytophthora-wortelrot.
Terug naar de eerste pagina..