Terug..


KANSEN

De Bonnen heeft kansen op de volgende terreinen:

Ecologie

De ecologische waarden van het gebied kunnen middels agrarisch natuurbeheer worden versterkt. Veel zal afhangen van de geboden subsidiemogelijkheden en de zekerheidsstelling op termijn en de inpasbaarheid op het bedrijf. Tevens bestaat de mogelijkheid om te schakelen naar biologische of ecologische landbouw. Ook hiervoor is nadere studie naar de perspectieven noodzakelijk.

Recreatie

De recreatieve waarden van het gebied kunnen worden versterkt door de mogelijkheid die de agrariërs hebben een minicamping te openen of trekkershutten te plaatsen. Ook kan men bezien of het perspectieven heeft pension aan te bieden voor paarden. Tevens kunnen educatieve mogelijkheden voor scholen middels excursies en stagebegeleiding, maar ook natuur- en milieueducatie op hen perspectieven worden onderzocht. Dit alles valt onder de noemer "verbreding" van de landbouw en betekent feitelijk dat men een neventak bij het bedrijf neemt ter versterking van de economische basis. Ook hiervoor is nader onderzoek noodzakelijk.

Intensivering

Een verdere intensivering van het grondgebruik is – mede gezien de zwaarte van de grond – nauwelijks meer mogelijk. Het betekent dat er nog meer wordt opgeschoven in de sfeer van de vollegrondsgroenten. Hiervoor is niet alleen een specifieke vakbekwaamheid noodzakelijk, maar ook voldoende personeel. Het vereist een verdere studie om te bezien welke teelten nog wel mogelijk zijn, zonder al te draconische ingrepen in grond en bouwplan.

Schaalvergroting

Reeds bij de zwakheden van het gebied is aangegeven dat verdere schaalvergroting niet of nauwelijks mogelijk is. Een verdere specialisatie in teelten maakt een schaalvergroting per teelt mogelijk om de kosten per eenheid product te verkleinen. Het vernauwt niet alleen het bouwplan, maar ook de economische basis bij tegenvallende marktprijzen. Tevens draagt een grotere oppervlakte van een bepaald gewas een groter risico t.a.v. ziektebestrijding in zich.

Momenteel zijn bonen, spruitkool en aardappelen de grote gewassen van het gebied.

Samenwerking

Door een verdergaande samenwerking middels arbeid en mechanisatie kan een verlaging van de kostprijs per eenheid product plaatsvinden. Het betekent een efficiëntere inzet van de factoren arbeid en het kapitaal dat is geïnvesteerd in machines en tractoren. Middels een werktuigencoöperatie een oogstcombinatie of een andere samenwerkingsvorm kan gestreefd worden naar de juiste benutting van de beschikbare middelen. Een goede afstemming en een tolerante instelling zijn noodzakelijk om dit tot een succes te maken. Ook hiervoor is nadere studie noodzakelijk.

Vermarkting

Voor de ontwikkeling van een streekproduct komt het nodige kijken. Van oudsher verkochten de boeren in de Bonnen echter reeds hun aardappelen direct aan de consumenten in de regio.

In de gemeente ’s-Gravenzande bestaat inmiddels al jaren een gedoogsituatie m.b.t. een voormalige boerderij aan de Maasdijk. Hier heeft zich een illegaal verkooppunt van aardappelen, groenten, fruit, bloemen, planten en eieren gevestigd. Deze detaillist doet voorkomen alsof al deze producten door het eigen bedrijf zijn voortgebracht, terwijl ze elders worden ingekocht. Op deze wijze worden lokatie en assortiment de bepalende concurrentiefactoren, terwijl in de bepalingen van het bestemmingsplan duidelijk staat vermeld dat in het buitengebied deze vorm van detailhandel niet is toegestaan, maar dat men slechts die producten direct aan de consument mag verkopen die op het eigen bedrijf zijn voortgebracht. Zolang een gemeente niet goed controleert en de bepalingen van het bestemmingsplan handhaaft, is een eerlijke vermarkting niet mogelijk.

Indien deze situatie zich wijzigt, kan worden bezien welke de perspectieven zijn om dit eerlijk en professioneel aan te pakken.

Extensivering

Feitelijk is dit geen optie. Het betekent immers ook het verminderen van de werkgelegenheid in het gebied met alle sociale en economische consequenties die dit heeft. Het bedrijf van Leen Vreugdenhil is daarbij reeds teruggebracht tot een volwaardige arbeidskracht. De vier boeren van de Bonnen hebben nu hun hoofdberoep in de landbouw; extensivering kan uiteindelijk ook betekenen dat de pachters voor hun levensonderhoud niet meer zijn aangewezen op de exploitatie van het agrarisch bedrijf. Dit is een ongewenste ontwikkeling en brengt ook de continuering van het pachtrecht in gevaar. Men tast dan immers als part-timer zelf "de grondslag van het maatschappelijk bestaan" als agrariër aan.

Om toch ook deze kans in beeld te brengen is nader onderzoek nodig voor de bedrijven van Weterings, van der Drift en Noordam welke de gevolgen zijn van een extensivering.


 Terug..