Terug.. 
Column
per : 11-09-2006
Vooruit.. 


Wat met die boeren ……

Ik ben opgevoed met een diep respect voor de familie van Rijckevorsel (m.n. Jonckheer René). Hij was blij met iedere pachter die voldeed aan de eisen zoals pacht betalen en goed onderhoud. Zelfs woningen (en een kerk) werden gebouwd om de landerijen aantrekkelijker te maken. In een uiterste geval bij gebrek aan katholieken werden zelfs protestanten toegelaten (!).
De verhalen over zijn bezoeken vanuit Brabant aan “zijn”pachters waren doordrenkt met nostalgie. Of het nu ging over het beschikbaar stellen van vervoer (met een fiets kon hij eenieder bereiken), over een opbeurend praatje (ook toen was de landbouw in malaise) of het pannenkoeken eten bij mijn oma en ook nog bij mijn moeder. Hij werd met zeer veel respect bejegend.
Mijn vader trad zelfs de huidige vertegenwoordiger van de erfgenamen nog tegemoet met de pet draaiende tussen zijn vereelte vingers.
Bij deze huidige vertegenwoordiger had ik, als jong broekie, in het bijzijn van mijn vader al de nodige kriebels. De tijden waren veranderd en zeker na de jaren zestig vond ik dat er toch wat meer op voet van gelijkheid met elkaar diende te worden omgegaan, waarbij het respect van beide zijden diende te komen.
Respect vóór hen, omdat ze hun landerijen, tegen een redelijke vergoeding weliswaar, ter beschikking stelde aan “hun”boeren.
Respect ván hen, omdat wij hun landerijen onderhielden, verpaupering tegengingen en daarbij probeerden een bestaan te verwerven.
Dat de pachtprijzen wettelijk aan banden lagen, heeft zijn oorsprong m.i. vooral in het rekening houden met het agrarisch opbrengend vermogen van grond, zodat pacht een aantrekkelijk instrument is voor het in gebruik hebben van gebouwen en/of grond.
Door de exorbitante waardestijging van m.n. de niet agrarische grond (waarin het agrarische uiteraard meeging) in Nederland stond voor de verpachter de procentuele vergoeding van hun kapitaal (grond) vast op een lager niveau dan op de kapitaalmarkt. Al die jaren werd echter diezelfde grond, meestal verkregen door vererving, steeds meer waard. In deze tijd werd de pachtprijs toch steeds stelselmatig verhoogd, zonder rekening te houden met het agrarisch opbrengend vermogen en economische en seizoensmatige invloeden.
Waar de Jonckheer nog geïnteresseerd was in opbrengsten en het wel en wee van “de boer”, ook in eigen belang, want de pacht moest worden opgebracht, heb ik van deze huidige vertegenwoordiger van de erfgenamen geen enkele interesse mogen ondervinden op dat vlak.
Integendeel, uitgemaakt worden als uitnemer en profiteur is mij bij een audiëntie ten deel gevallen. En dat in een tijd dat het zelfs voor een eigenaar/boer niet meeviel om een inkomen te verwerven; de weergoden geen rekening hielden met te veld staande gewassen en de economie doldraaide als het eten wat meer moest kosten. Er moesten aan de agrarische sector verwante bronnen worden aangeboord om machinekosten te drukken en een redelijk inkomen te verwerven; de boerin was node uithuizig voor het basisinkomen…….
De hele agrarische sector is bevangen van groeicijfers, haalbaarheidsprojecten en wat dies meer zij. Groter en nog groter. De ziel is eruit.
De boeren als beheerder van het landschap (al vele eeuwen) missen het geld om tegenwicht te geven aan de horde natuurliefhebbers die vinden dat het allemaal anders moet.
De verpachters zien hun kans om dankzij deze stroming het onderste uit de kan te halen voor de waarde van hun grond.
Rood voor groen…...
Niks mis mee, maar in dit geval over de rug van diezelfde boeren die al die jaren op de boel hebben gepast.

Door een doelbewuste vertraging en het niet onderkennen van problemen in onze polder is het zover gekomen dat slechts landhuizen deze polder nog schijnen te kunnen redden van een definitieve teloorgang.
Grof geld word er nu gemaakt voor dezelfde gronden waarvan de boeren als profiteurs worden gezien.
Dankzij deze “profiteurs” is de mogelijkheid ontstaan op deze manier de geërfde gronden op een grove manier te gelde te maken en nog een standbeeld te verwerven in de magere stukken die “ingeleverd” worden voor natuur.
Een landschap waar mede door de boer nog de invloed van de seizoenen te herkennen viel, vervalt tot statige huizenpartijen en paardenbakken met aan de rand moerassige natuurprojectjes doorsneden met paadjes en visvijvers voor het gewone volk.

Eenieder betrokken bij de vergaderingen van de projectgroep was aanwezig in betaalde tijd. De betrokken aanwezige boeren zaten daar voor hun polder en een minieme kans hun manier van leven te kunnen continueren.
Eenieder heeft van zijn baas de opdracht het maximale uit de ontstane situatie te halen wat mogelijk is.
Een greep uit de belangen: Hoogheemraadschap: waterberging; ZHL: ecologische verbindingszone en natte graslanden; Erven: landhuizen;DLV: opdracht afronden; Deelgemeente: afschuiven verantwoording, zorgen dat het niet te veel kost.

En dan die boeren. Idealistisch, bestaanswijze, liefde en respect voor de natuur, chauvinistisch, betrokken en dat al generaties lang.
Voor zichzelf? Ja ook: om er te kunnen (over)leven. Een bestaan op te kunnen bouwen met al die veranderende waarden en normen binnen het gebied. Maar vooral: voor vol worden aangezien en met respect bejegend en niet worden weggestuurd met de staart tussen de benen als een bange hond.

Herman Weterings

01-05-2016: Dus toch.....................?????
01-09-2016: Natuur begraven?


Reageren ???


Terug.. Vooruit..